Zaanse verhoormethoden terug van (nooit) weggeweest?

Zaanse verhoormethoden terug van (nooit) weggeweest?

Bij veel strafrecht advocaten staan de ‘Zaanse verhoormethoden’ goed in het geheugen gegrift. Daarbij wordt gedoeld op ontoelaatbare druk die wordt uitgeoefend op de verdachte om maar een verklaring af te leggen. Uiteindelijk zijn deze methoden in 1996 door de toenmalige minister van justitie verboden.

Bij de politie is dat verbod inmiddels kennelijk weggezakt. Rechters lijken zich er niet druk om te maken en het OM vindt eigenlijk alles goed.

Let wel op dat rechters in Nederland iemand het liefst veroordelen op de – eerste – verklaringen die bij de politie zijn afgelegd. Dat zijn dan, volgens de rechters, de ‘zuiverste’ verklaringen. Niet gekleurd door enige inmenging van advocaten. In die leemte opereren verbalisanten die de ranglijst willen aanvoeren met vervolgde en veroordeelde verdachten. Zoals zal blijken, controleert niemand hen meer.

Hoe een verhoor moet plaatsvinden, wordt in 2010 door de Advocaat Generaal bij de Hoge Raad in Den Haag aangegeven. (ECLI:NL:HR:2010:BM0948)

“schending gelegen in het feit dat een behoorlijk verhoor, vrij van intimidatie en fysiek geweld, is een zo essentieel onderdeel van een eerlijk strafproces, dat het maken van inbreuk daarop zonder dat daarvoor enige rechtvaardiging bestaat, immer als ernstig dient te worden beschouwd… Buiten kijf staat vanzelfsprekend dat het uitoefenen van fysiek en psychisch geweld (en het veroorzaken van geestelijk leed), het doen van valse beloftes, het uiten van bedreigingen, het misleiden, enz,. voorbeelden zijn die onder het pressiegebod vallen en een meer of mindere schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde opleveren.”

Nu de realiteit. Laat ik u daarvoor meenemen in een vrij recente grote strafzaak waarbij de verbalisanten op de volgende wijze een tweetal verdachten verhoorden.

Verdachte 1.

Verdachte 1 heeft een ernstig ongeluk gehad en heeft daarbij 3 weken in coma gelegen met zwaar hoofdletsel, waaronder een hersenbloeding en hersenletsel. Hij wordt vervolgens langdurig behandeld in een revalidatiecentrum. Als hij uit het revalidatiecentrum is, krijgt hij nog een 9 uur durende operatie, waarbij zijn gezicht wordt gereconstrueerd. Daarbij wordt een stuk bot uit zijn heup gehaald en in zijn gezicht geplaatst. Hij kan daarbij maar op een zij slapen en heeft kans op infecties etc.

Vier dagen later en net voor een vervolg consult, wordt hij voor 07.00 uur door de politie opgehaald. Men heeft dan al een ziekenhuisbed geregeld en bij zijn bed staat een wc-pot.

De verdachte en zijn echtgenote schieten in het verweer, omdat er een groot risico is op infecties. De verdachte is daarbij uiterst emotioneel en als de dood voor infecties, zeker omdat er een wc bij het hoofdeinde van het bed staat. De telefoonnummers van artsen en specialisten wordt aan de verbalisanten doorgegeven, maar er wordt niets mee gedaan.

Doordat de verdachte voor de aanhouding al werd getapt, wist de politie exact dat hij net was geopereerd en dat hij terug moest naar het ziekenhuis. Zij hadden tenslotte al een ziekenhuis bed geregeld!

Een van de verbalisanten geeft vervolgens doodleuk aan dat zij op – normale – manier het verhoor zijn ingegaan en hij op basis van zijn ervaring enigszins kan inschatten of cliënt in staat zou zijn om te worden verhoord. Vervolgens schuiven zij de verantwoordelijkheid nog af door aan te geven dat: “Bewaarders zijn verantwoordelijk voor de gezondheid” en niet zij.

Later zal blijken dat deze verdachte allemaal tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd, maar belangrijker is, dat de medeverdachten pas maanden later zullen worden verhoord, zonder enige tijdsdruk. De zaak zelf, zou daarbij pas 3 jaar later voorkomen. Hoezo tijdsdruk? Dit was een precies georganiseerd verhoor op het moment dat de man het meest kwetsbaar was.

Tegen de door de verbalisanten ingeschakelde eerstehulp-/eerstelijnsarts is overigens een klacht ingediend. Hij is er kennelijk – letterlijk – slechts langs geweest. 

Verdachte 2.

Hij wordt maanden later dan verdachte 1, eveneens met veel machtsvertoon, thuis opgehaald. Daarbij vergat hij zijn leesbril en kon vervolgens de verklaringen niet nalezen. Hij ondertekende nagenoeg geen enkele verklaring.

De verbalisanten, dezelfde als bij verdachte 1, slaan tijdens dit verhoor met dossiers op tafel, duwen met de tafel tegen hem aan, slaan hem af en toe – bijna – en schreeuwen dichtbij in zijn gezicht dat hij de waarheid moet vertellen.

Als een van de verbalisanten na verloop van tijd hem weer bijna in zijn gezicht slaat, grijpt deze verdachte hem bij zijn vingers en verdraait deze hard op de tafel zodat de verbalisant onderuit gaat en bijna zijn vinger wordt gebroken. Vervolgens krijgt deze verdachte nog een tekening van zijn dochtertje onder ogen met de mededeling dat hij deze voorlopig niet meer zou zien.

Als hij gedurende de 6 dagen dat hij wordt verhoord in zijn cel is, bromt er 24 uur per dag een ventilator waar hij helemaal gek van wordt en waardoor hij niet kan slapen. Hij maakt van 2 plastic bekertjes met watten een soort geluiddemper, die hij vervolgens op de een of andere manier om zijn hoofd bindt.

Er wordt hem verteld dat als hij tekent, hij weg mag. Uiteindelijk tekent hij na 6 dagen – ongezien en murw – de laatste verslagen. Dit alles is bij de Rechter-commissaris gemeld. Zonder enige invloed, het interesseert ook niemand meer bij de rechtbank.  

Door de verdediging is bij de meervoudige rechtbank verzocht dat bovengenoemde verbalisanten zouden moeten worden gehoord omtrent de wijze waarop is verhoord en dat er in strijd is gehandeld met de goede proces orde en (vele) internationale verdragen. Dit verzoek is afgewezen. Ook deze rechtbank gaf simpel aan dat er geen noodzaak was!

Vervolgens ging de rechtbank, alsof er niets was gebeurd, gewoon door met het voorhouden van wat de verdachten (ongelezen en niet ondertekend) allemaal zou hebben verklaard. Veel steun valt er van deze rechters in ieder geval niet te verwachten.

Wat gaf de AG bij de Hoge Raad ook al weer aan?

‘Dat een behoorlijk verhoor, vrij van intimidatie en fysiek geweld een zo essentieel onderdeel van een eerlijk strafproces, dat het maken van inbreuk daarop zonder dat daarvoor enige rechtvaardiging bestaat, immer als ernstig dient te worden beschouwd… Buiten kijf staat vanzelfsprekend dat het uitoefenen van fysiek en psychisch geweld (en het veroorzaken van geestelijk leed), het doen van valse beloftes, het uiten van bedreigingen, het misleiden, enz,. voorbeelden zijn die onder het pressiegebod vallen en een meer of mindere schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde opleveren’.

Vindt u het nog steeds raar dat er onschuldig mensen worden veroordeeld?

U bent gewaarschuwd en geïnformeerd!

De Defensieadvocaat

(De Defensieadvocaat heeft een Militaire/Juridische Alarmcentrale die 24/7 bereikbaar is. Maak er gebruik van!)