Chef-kok Martinus A. (36) was zo overspannen, dat hij op dievenpad ging. Minstens tien autokraken pleegde hij, op weg naar zijn werk in Amsterdam.
De verdachte werkte eind 2009, begin 2010 60 tot 80 uur per week. Ook maakte hij zich, naar later bleek onterecht, voortdurend zorgen over zijn financiële situatie. Een en ander had grote nadelige effecten op zijn relatie met de moeder van zijn kind en met zijn ouders. Want A. is een binnenvetter, en praatte niet over wat hem bezighield.
In het verleden had hij, als hij niet lekker in zijn vel zat, al eens autokraken gepleegd. Daarvoor was hij ook veroordeeld. De geschiedenis herhaalde zich. Op 13 november 2009 ging hij de deur uit naar zijn baas. Maar voordat hij in de potten ging roeren, sloeg hij met een life-hammer een portierraam in van een auto.
Schuur vol met gestolen voorwerpen zonder eigenaar
De gestolen pilotenkoffer met thermometer in de wagen nam hij ’s avonds mee naar zijn schuur. Daar belandden nog 65 andere voorwerpen van verdachte herkomst. Van slechts tien gestolen goederen bleek een aangifte te zijn, zodat mag worden aangenomen dat er meer gedupeerden zijn. Wie, waar en wanneer? De politie weet het niet en de chef-kok evenmin. Tijdens het proces zei hij herhaaldelijk dat hij zich deze of gene autokraak niet meer kan herinneren: ,,Maar als die spullen bij mij zijn gevonden, heb ik het gedaan.”
Aldus is bewezen dat hij tussen 14 januari en 13 september 2010 diefstallen pleegde uit wagens in Heemskerk, Beverwijk, Wijk aan Zee, Haarlem, Heemstede en nog eens Amsterdam. Vooral navigatiesystemen verdwenen in zijn tas en daarna in het schuurtje. Ondanks zijn vermeende geldproblemen durfde hij ze niet te verkopen: ,,Ik was doodsbang dat ‘t zou uitkomen.” Toch ging hij door: ,,Ik weet niet waarom.”
Zijn angstige voorgevoel kwam wel uit. A. vroeg zijn geheel onwetende vriendin of zij een kinderwagen, die hij uit een auto in Beverwijk had gejat, op Marktplaats te koop wilde aanbieden: ,,Ik had haar wijs gemaakt dat ik die van een collega had overgenomen.” De eigenaar van de kinderwagen zag de advertentie, belde de politie, deed zich bij A. voor als potentiële koper. Op de afspraak op station Beverwijk liep A. in de armen van de politie.
Schreeuw om hulp
De rechters konden zich niet aan de indruk onttrekken dat A. met zijn kraken een schreeuw om hulp afgaf. Die hulp heeft hij gekregen. Zijn reclasseringsambtenaar denkt dat A. de afgelopen anderhalf jaar heeft geleerd tijdig aan de bel te trekken en open te zijn over wat hem bezig houdt.
Het openbaar ministerie wil hem bestraft zien met 240 uur dienstverlening en 180 dagen cel, waarvan 169 voorwaardelijk. Omdat de man reeds 11 dagen in voorarrest had gezeten, hoeft hij dan niet meer te ‘zitten’. Maar mocht hij onverhoopt nog eens de komende twee jaar doordraaien, dan zal hij die 169 dagen alsnog moeten uitzitten naast een nieuwe straf.
De uitspraak van de rechtbank was op 11 april 2012 niet helemaal conform de eis, namelijk 240 uur dienstverlening en 101 (in plaats van 180) dagen cel, waarvan 90 voorwaardelijk.
Door misdaadverslaggever Arno Ruitenbeek